Deze informatie werd opgesteld overeenkomstig de Europese Verordening (EG) 1606/2002 inzake internationale boekhoudkundige normen (IFRS) van 19 juli 2002. De geconsolideerde jaarrekening van de Groep voor het op 31 december 2017 afgesloten boekjaar werd opgesteld in overeenstemming met de IFRS (International Financial Reporting Standards) die door de International Accounting Standards Board (IASB) gepubliceerd worden, en die goedgekeurd werden door de Europese Unie.

De boekhoudkundige normen die in de geconsolideerde jaarrekening toegepast worden voor het op 31 december 2017 afgesloten boekjaar zijn dezelfde als de normen die gebruikt werden voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening van het op 31 december 2016 afgesloten boekjaar.

Normen, interpretaties en aanpassingen die in 2017 voor het eerst van toepassing zijn

In 2017 zijn geen nieuwe normen, interpretaties of aanpassingen van toepassing geworden die een materiële invloed hebben op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep.

Voor 2017 zal de Groep, conform de aanpassingen op IAS 7 Kasstroomoverzicht die onderdeel zijn van het IASB Disclosure Initiative, die informatie verstrekken die gebruikers van de jaarrekening nodig hebben om wijzigingen in uit financieringsactiviteiten voortvloeiende verplichtingen te evalueren, met inbegrip van zowel uit kassstromen voortvloeiende wijzigingen als niet-kaswijzigingen (zie toelichting F33 Nettoschuld).

Normen, interpretaties en aanpassingen die in 2018 voor het eerst van toepassing zijn

Nieuwe normen, interpretaties of aanpassingen, die in 2018 voor het eerste van toepassing zijn, zullen naar verwachting geen materiële invloed hebben op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep.

IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten (van toepassing voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2018). Op 1 januari 2018 past de Groep IFRS 15 toe, op basis van een aangepaste retrospectieve methode.

Op basis van IFRS 15 is een vijfstappenmodel ontwikkeld voor de verantwoording van opbrengsten die voortvloeien uit contracten met klanten. Conform IFRS 15 worden opbrengsten opgenomen voor het bedrag van de vergoeding waarop een entiteit verwacht recht te hebben in ruil voor de overdracht van goederen of diensten aan een klant. Deze nieuwe standaard zal alle andere eisen inzake de verwerking van opbrengsten conform IFRS vervangen. In 2017 heeft de Groep de beoordeling van de gevolgen van IFRS 15, waarmee in 2016 was begonnen, afgerond.

  1. Verkoop van goederen: Aangezien de Groep zich bezighoudt met de verkoop van chemicaliën, hebben overeenkomsten met klanten meestal betrekking op de verkoop van goederen. Als gevolg daarvan vindt de erkenning van opbrengsten meestal plaats op het moment dat de controle over de chemicaliën wordt overgedragen aan de klant. Dit is meestal op het moment van levering. Ter voorbereiding op IFRS 15 neemt de Groep het volgende in overweging:
    1. Onderscheiden elementen: De opbrengsten van de Groep zijn voornamelijk afkomstig uit de verkoop van chemicaliën, die gekwalificeerd worden als onderscheiden prestatieverplichtingen. Dienstverlening met toegevoegde waarde, voornamelijk klantenservice, die overeenstemt met de knowhow van Solvay, vindt merendeels plaats gedurende de periode waarin de betreffende goederen aan de klant worden verkocht. Aanvullende diensten, zoals training, zijn niet materieel. Op de overgangsdatum heeft de Groep slechts een geringe aanpassing ten opzichte van de huidige praktijk.
    2. Variabele vergoeding: In sommige contracten met klanten worden handels- of volumekortingen verstrekt. Momenteel verwerkt de Groep de opbrengsten uit de verkoop van goederen tegen de reële waarde van de ontvangen of te ontvangen vergoeding, na aftrek van terugnames en toezeggingen alsmede handels- en volumekortingen. Handels- en volumekortingen zorgen voor een variabele vergoeding conform IFRS 15 en de omvang daarvan dient bij het aangaan van het contract te worden geschat. Conform IFRS 15 moet de geschatte variabele vergoeding beperkt blijven om een overschatting aan opbrengsten te voorkomen. De Groep beoordeelde individuele contracten om de geschatte variabele vergoeding en de daarmee verband houdende beperkingen vast te stellen. Op de overgangsdatum heeft de Groep slechts een geringe aanpassing ten opzichte van de huidige praktijk op haar ingehouden winsten. Vanaf 2018 zal de verplichting die voortvloeit uit verwachte toekomstige kortingen worden gepresenteerd als onderdeel van de contractverplichtingen.
    3. Tijdstip van opname van opbrengsten: De Groep verkoopt chemicaliën aan haar klanten (a) rechtstreeks, (b) via distributeurs, en (c) met behulp van agenten. De Groep heeft onderzocht of het moment waarop de controle over de goederen is overgedragen, zoals beschreven in IFRS 15, afwijkt van het moment waarop de opbrengst wordt opgenomen. Op de overgangsdatum heeft de Groep slechts een geringe aanpassing ten opzichte van de huidige praktijk.
  2. Vereisten inzake presentatie en informatieverschaffing: IFRS 15 stelt inzake de presentatie en informatieverschaffing meer gedetailleerdere eisen dan bij de huidige IFRS'en het geval is. De presentatievereisten betekenen een verandering van de huidige praktijk en zorgen ervoor dat de Groep in haar jaarrekening meer informatie moet verstrekken. Veel van de te verstrekken informatie conform IFRS 15 is nieuw. De Groep heeft deze eisen op het gebied van informatieverschaffing onderzocht, inclusief de behoefte aan beleidsrichtlijnen, procedures en interne controles die nodig zijn om de vereiste informatie te verzamelen en te presenteren.

IFRS 9 Financiële instrumenten (van toepassing voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2018). IFRS 9 brengt de drie aspecten van de verwerking van financiële instrumenten samen: classificatie en waardering, bijzondere waardevermindering en hedge accounting (administratieve verwerking van afdekkingstransacties). Met uitzondering van hedge accounting is retrospectieve toepassing vereist, maar het leveren van vergelijkbare informatie is niet verplicht. Voor hedge accounting worden de vereisten in het algemeen op prospectieve basis toegepast, met een beperkt aantal uitzonderingen. De Groep heeft de nieuwe standaard met ingang van 1 januari 2018 toegepast. De vergelijkende informatie wordt niet gecorrigeerd. In 2017 heeft de Groep een impactanalyse afgerond van de drie aspecten van IFRS 9. Deze analyse is gebaseerd op de momenteel beschikbare informatie en is onderhevig aan veranderingen voortvloeiende uit redelijke en gefundeerde informatie die in 2018 beschikbaar komt voor de Groep wanneer de Groep IFRS 9 toepast. Over het algemeen verwacht de Groep dat dit geen grote invloed zal hebben op het overzicht van de financiële positie en het eigen vermogen. De Groep verwacht een stijging van de voorziening voor kredietverlies, wat een negatieve invloed heeft op het eigen vermogen, zoals hieronder wordt besproken. Verder zal de Groep veranderingen doorvoeren in de classificatie van bepaalde financiële instrumenten.

  1. Classificatie en waardering: De toepassing van de classificatie- en waarderingsvereisten conform IFRS 9 heeft geen significante invloed op het geconsolideerde overzicht van de financiële positie of het eigen vermogen. Alle financiële activa die momenteel tegen reële waarde worden verwerkt, worden ook in de toekomst tegen reële waarde opgenomen. Deelnemingen in niet-beursgenoteerde ondernemingen, momenteel gepresenteerd als Beschikbaar voor verkoop, zijn bedoeld om in de toekomst aangehouden te worden. De Groep verwacht doorgaans gebruik te zullen maken van de mogelijkheid om veranderingen in de reële waarde te verantwoorden onder Andere elementen van het totaalresultaat. De toepassing van IFRS 9 heeft daarom geen significante invloed. De veranderingen in de reële waarde opgenomen onder Andere elementen van het totaalresultaat zullen niet langer geherclassificeerd worden naar winst of verlies. Dit wijkt af van de huidige verwerking. Dit zal geen invloed hebben op het totaalresultaat van de Groep. Leningen alsmede handelsvorderingen worden aangehouden om contractuele kasstromen te innen. Dit zal een kasstroom opleveren die alleen bestaat uit betalingen van de hoofdsom en interesten. De Groep zal derhalve onder IFRS 9 deze financiële activa blijven waarderen tegen geamortiseerde kostprijs.
  2. Bijzondere waardevermindering: Conform IFRS 9 is de Groep verplicht verwachte kredietverliezen op handelsvorderingen te erkennen: de Groep zal een vereenvoudigde aanpak hanteren en verwachte verliezen op alle handelsvorderingen erkennen, gebruikmakend van de voorzieningenmatrix om de verwachte kredietverliezen op handelsvorderingen zoals vereist door IFRS 9 te berekenen aan de hand van historische informatie over wanbetalingen aangepast voor toekomstgerichte informatie. De invloed van schuldbewijzen, leningen, financiële garanties en kredietverbintenissen verleend aan derden alsmede geldmiddelen en kasequivalenten is van immaterieel belang. De invloed op het eigen vermogen van de Groep bedraagt € -5 miljoen.

In € miljoen

 

(a) Handelsvorderingen en overige vorderingen

–6

(b) Activa aangehouden voor verkoop

 

(c) Subtotaal (a)+(b)

–7

(d) Uitgestelde belastingvorderingen

2

(e) Uitgestelde belastingvorderingen inbegrepen in activa aangehouden voor verkoop

 

(c)-(d)-(e) Impact op ingehouden winsten

–5

waarvan minderheidsbelangen

 

  1. Administratieve verwerking van afdekkingstransacties (hedge accounting): Conform de overgangsbepalingen voor hedge accounting onder IFRS 9, past de Groep de vereisten voor hedge accounting onder IFRS 9 op prospectieve basis toe vanaf 1 januari 2018, de datum van eerste toepassing. De in aanmerking komende afdekkingsrelaties op 1 januari 2018 komen ook in aanmerking voor hedge accounting conform IFRS 9 en worden daarom beschouwd als voortdurende afdekkingsrelaties. Voor geen van de afdekkingsrelaties was op 1 januari 2018 een herbalancering nodig.

Normen, interpretaties en aanpassingen die na 2018 voor het eerst van toepassing zijn

IFRS 16 Leaseovereenkomsten (van toepassing voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2019). IFRS 16 zet de uitgangspunten uiteen voor de opname, waardering, presentatie en informatieverschaffing van leaseovereenkomsten. Lessees (leasenemers) zijn verplicht alle leaseovereenkomsten op te nemen in het overzicht van de financiële positie, vergelijkbaar met de opname van financiële leaseovereenkomsten onder IAS 17. De norm bevat twee uitzonderingen voor de opname door lessees: leaseovereenkomsten voor activa met een lage waarde en kortlopende leaseovereenkomsten, d.w.z. leaseovereenkomsten met een looptijd van 12 maanden of minder. Op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst zullen lessees een leaseverplichting opnemen (nl. de verplichting om het leasebedrag te betalen) alsmede een met een gebruiksrecht overeenstemmend actief (nl. een actief dat het gebruiksrecht vertegenwoordigt van het onderliggende actief gedurende de leasetermijn). Het met gebruiksrecht overeenstemmend actief  zal gedurende de looptijd van de leaseovereenkomst worden afgeschreven en de rentekosten zullen worden erkend op de leaseverplichting. De leaseverplichting wordt geherwaardeerd wanneer zich bepaalde gebeurtenissen voordoen (bijvoorbeeld een verandering in de leasevoorwaarden, een verandering in toekomstige leasebetalingen als gevolg van een verandering in de index). Dergelijke herwaarderingen van de leaseverplichting worden meestal opgenomen als een aanpassing aan het met gebruiksrecht overeenstemmend actief. De boekhoudkundige verwerking van lessors is onder IFRS 16 vrijwel gelijk aan de huidige verwerking onder IAS 17. Ten slotte zijn de eisen op het gebied van informatieverschaffing onder IFRS 16 uitgebreider vergeleken met IAS 17.

Ter voorbereiding op de nieuwe IFRS16-standaard voor leaseovereenkomsten heeft de Groep in 2017 de operationele leaseovereenkomsten onderzocht, waarbij de nadruk lag op entiteiten met de hoogste toekomstige minimale leasebetalingen. De Groep heeft ook de niet-opzegbare periode van leaseovereenkomsten tegen het licht gehouden, met name voor gebouwen.

In 2018 zal de Groep de invloed van IFRS 16 op de geconsolideerde jaarrekening blijven beoordelen. We verwachten met name een impact voor leaseovereenkomsten die momenteel geclassificeerd worden als operationele leaseovereenkomsten en waarvoor Solvay de lessee is. Voor meer informatie over bestaande operationele leaseovereenkomsten verwijzen we naar toelichting F24 Leaseovereenkomsten. De Groep verwacht IFRS 16 toe te passen met een aangepaste retrospectieve methode waarbij diensten uit de leaseverplichtingen worden uitgesloten.

IFRIC 23 Onzekerheid over het belastingregime. De interpretatie heeft betrekking op de verwerking van inkomstenbelasting wanneer verwerking van onzekere belastingposities van invloed is op de toepassing van IAS 12 en is niet van toepassing op belastingen of heffingen buiten de scope van IAS 12 en er ook niet specifiek sprake is van vereisten op het gebied van rente of boetes bij de verwerking van onzekere fiscale behandelingen. De interpretatie heeft specifiek betrekking op het volgende:

  • Of een entiteit verwerking van een onzekerheid over het belastingregime apart in ogenschouw neemt,
  • De veronderstellingen die een entiteit doet over het onderzoek naar fiscale verwerking door belastingdiensten,
  • Hoe een entiteit de belastbare winst (fiscale verliezen), de belastingbasis, ongebruikte fiscale verliezen, ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden en belastingtarieven bepaalt en
  • Hoe een entiteit veranderingen in feiten en omstandigheden in overweging neemt.

Een entiteit moet bepalen of het de verwerking van onzekerheden over het belastingregime apart in overweging neemt of samen met één of meer andere fiscale onzekerheden. De aanpak die het beste uitsluitsel geeft over de onzekerheid moet worden gevolgd. De interpretatie wordt effectief voor de verslagperiode die begint op of na 1 januari 2019, maar er kan gebruikgemaakt worden van overgangsbepalingen. De Groep zal de interpretatie vanaf de ingangsdatum toepassen. De Groep heeft te maken met een complex multinationaal belastingsklimaat en beoordeelt momenteel de invloed van de interpretatie op de geconsolideerde jaarrekening, inclusief de presentatie.

Andere normen, interpretaties of aanpassingen die van toepassing worden na 2018 zullen naar verwachting geen materiële invloed hebben op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep.