TOELICHTING F28 Bijzondere waardevermindering van materiële vaste activa, immateriële activa en investeringen die worden verwerkt volgens de equity-methode
- Index
- 21 TOELICHTING F21 Immateriële activa
- 22 TOELICHTING F22 Goodwill en bedrijfscombinaties
- 23 TOELICHTING F23 Materiële vaste activa
- 24 TOELICHTING F24 Leaseovereenkomsten
- 25 TOELICHTING F25 Activa aangehouden voor verkoop
- 26 TOELICHTING F26 Geassocieerde deelnemingen en joint ventures
- 27 TOELICHTING F27 Overige deelnemingen
- 28 TOELICHTING F28 Bijzondere waardevermindering van materiële vaste activa, immateriële activa en investeringen die worden verwerkt volgens de equity-methode
- 29 TOELICHTING F29 Voorraden
- 30 TOELICHTING F30 Overige vorderingen (vlottend)
- 31 TOELICHTING F31 Voorzieningen
- 32 TOELICHTING F32 Financiële instrumenten en beheer van financiële risico’s
- 33 TOELICHTING F33 Nettoschuld
- 34 TOELICHTING F34 Overige verplichtingen (vlottend)
- 35 TOELICHTING F35 Op aandelen gebaseerde betalingen
Grondslagen voor de financiële verslaggeving
Algemeen
Op het einde van elke verslagperiode evalueert de Groep of er indicaties zijn voor een mogelijk bijzonder waardeverminderingsverlies van een actief. Indien dergelijke indicaties bestaan, dan wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat, om zo de omvang van het eventuele bijzondere waardeverminderingsverlies te bepalen. Waar het niet mogelijk is om de realiseerbare waarde van een individueel actief te bepalen, bepaalt de Groep de realiseerbare waarde van de KGE waartoe het betreffende actief behoort. Waar een redelijke en consistente toewijzingsbasis kan worden bepaald, worden de algemene bedrijfsactiva toegewezen aan de individuele KGE's, of aan de kleinste groep van KGE's waarvoor een redelijke en consistente toewijzingsbasis kan worden bepaald.
De realiseerbare waarde is de hoogste waarde van de reële waarde minus de verkoopkosten van het actief en de bedrijfswaarde. Bij beoordeling van de bedrijfswaarde worden de geschatte toekomstige kasstromen verdisconteerd tegen hun contante waarde, gebruikmakend van een disconteringsvoet voor belastingen. Toekomstige kasstromen worden aangepast voor risico's die niet worden meegenomen in de disconteringsvoet.
Indien wordt geschat dat de realiseerbare waarde van een actief (of KGE) lager is dan de boekwaarde, wordt de boekwaarde van het actief (of KGE) gereduceerd tot de realiseerbare waarde ervan. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt onmiddellijk opgenomen in winst of verlies.
Wanneer een bijzonder waardeverminderingsverlies opgenomen in vroegere boekjaren wordt teruggenomen, wordt de boekwaarde van het actief (of KGE) gebracht tot de herziene geschatte realiseerbare waarde, voor zover de verhoogde boekwaarde niet hoger ligt dan de boekwaarde die (na aftrek van afschrijvingen) zou zijn bepaald als in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief (of KGE) was opgenomen. Een terugboeking van een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt onmiddellijk opgenomen in winst of verlies.
Activa anders dan vaste activa aangehouden voor verkoop
In overeenstemming met IAS 36 Bijzondere waardevermindering van activa stemt de realiseerbare waarde van materiële vaste activa, immateriële activa, KGE's of groepen van KGE's, inclusief goodwill, en investeringen geconsolideerd volgens de equity-methode overeen met de hoogste van de reële waarde verminderd met de verkoopkosten en de bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde is gelijk aan de contante waarde van de toekomstige kasstromen die verwacht worden van elk actief, elke KGE of groep van KGE's, en ze wordt bepaald aan de hand van de volgende inputs:
- bedrijfsplan goedgekeurd door het management op grond van veronderstellingen ten aanzien van groei en rentabiliteit, waarbij rekening wordt gehouden met prestaties uit het verleden, wijzigingen in de prognoses van de economische omgeving en de verwachte marktontwikkelingen. Een dergelijk bedrijfsplan dekt in het algemeen vijf jaar, tenzij het management voldoende vertrouwen heeft in prognoses op langere termijn;
- bepaling van een eindwaarde (terminal value) op basis van de kasstromen die verkregen worden door het extrapoleren van de kasstromen van het laatste jaar van het hiervoor vermelde bedrijfsplan, waarbij rekening wordt gehouden met een groeivoet op lange termijn van toepassing op de activiteit en de locatie van de activa; en
- verdisconteren van verwachte kasstromen aan een disconteringsvoet die bepaald wordt op basis van de formule van de gewogen gemiddelde kapitaalkost.
Disconteringsvoet
De disconteringsvoet wordt geschat op basis van uitgebreide benchmarking met sectorgenoten om te bepalen welk rendement vereist zou zijn voor investeerders bij investeringen in de onderliggende activa. De gewogen gemiddelde kapitaalkost gebruikt voor de verdiscontering van toekomstige kasstromen werd vastgesteld op 6,7% in 2017 (7,2% in 2016). De disconteringsvoet van 6,7% is in lijn met de berekening in 2016. Wel was de daling in de disconteringsvoet begrensd op 50 bps in 2016 (van 7,7% in 2015 tot 7,2% in 2016) om te grote volatiliteit te vermijden.
Groeivoet op lange termijn
In 2017 en 2016 werd de groeivoet op lange termijn vastgesteld op 2%, met uitzondering van Aroma waar de groeivoet op 1% is vastgesteld. De groeivoeten zijn consistent met de gemiddelde groeivoeten voor de markt op lange termijn van de respectievelijke KGE's en de landen waarin ze actief zijn.
Andere belangrijke veronderstellingen zijn specifiek voor elke KGE (energieprijs, volumes, marge …).
Algemeen
De testen voor bijzondere waardevermindering die op 31 december 2017 en 2016 op GBU-niveau werden uitgevoerd, hebben niet geleid tot een bijzondere waardevermindering van activa, aangezien de realiseerbare waarde van de (groepen van) KGE’s significant hoger was dan hun boekwaarde. Tenzij hieronder beschreven, is het verschil tussen de boekwaarde en de bedrijfswaarde van (groepen van) KGE's (resterende overwaarde) in alle gevallen meer dan 10% van hun boekwaarde. Voor deze (groepen van) KGE's zou een redelijke wijziging in een sleutelveronderstelling waarop de realiseerbare waarde van de (groepen van) KGE’s is gebaseerd, niet leiden tot een bijzonder waardeverminderingsverlies in de betreffende (groepen van) KGE’s.
Voor Composite Materials en Technology Solutions, zijnde de KGE's die voortvloeien uit de overname van Cytec eind 2015, resulteert onderstaande gevoeligheidsanalyse in een overwaarde van ongeveer 10% van hun respectieve boekwaarde.
Veronderstellingen: |
Realiseerbare waarde (in € miljard) |
Resterende overwaarde (in € miljard) |
||||||
|
Composite Materials |
Technology Solutions |
Composite Materials |
Technology Solutions |
||||
|
|
|
|
|
||||
Gevoeligheid voor 1% afname van groeivoet op lange termijn |
–0,6 |
–0,4 |
0,4 |
0,4 |
||||
Gevoeligheid voor 1% toename van groeivoet op lange termijn |
0,9 |
0,6 |
1,9 |
1,4 |
||||
|
|
|
|
|
||||
Gevoeligheid voor 0,5% afname van disconteringsvoet |
0,5 |
0,3 |
1,4 |
1,2 |
||||
Gevoeligheid voor 0,5% toename van disconteringsvoet |
–0,4 |
–0,3 |
0,5 |
0,6 |
Een ongunstige verandering in de groei of de disconteringsvoet, zoals hierboven aangegeven, zal niet resulteren in een bijzondere waardevermindering.
RusVinyl
RusVinyl is een Russische joint venture in chloorvinyl (Operationeel Segment: Performance Chemicals) waarin Solvay een eigen vermogensbelang van 50% heeft, en Sibur de andere 50% bezit.
De realiseerbare waarde van de investering is geschat op basis van een dividend discount model dat rekening houdt met dit nieuwste bedrijfsplan en is uiterst gevoelig voor de RUB/€-wisselkoers. Deze koers beïnvloedt de boekwaarde van de investering, de valutaverliezen op de schuld in euro en bijgevolg het potentiële resultaat beschikbaar voor uitkering. De test voor bijzondere waardevermindering bevestigt dat de bedrijfswaarde (gebaseerd op het dividend discount model) in lijn is met de boekwaarde.
Overige
In 2017 zijn waardeverminderingsverliezen geboekt die betrekking hadden op de aangehouden Latijns-Amerikaanse activa in het Polyamide-bedrijfsonderdeel (€ 91 miljoen).
in 2016 zijn er waardeverminderingsverliezen opgenomen die vooral betrekking hadden op de volgende activa: de Egyptische natriumcarbonaatfabriek na het besluit om deze stil te leggen (€ 82 miljoen – Operationeel Segment: Performance Chemicals); de warmtekrachtkoppelingscentrale in Brazilië als gevolg van de slechte marktomstandigheden (€ 28 miljoen – Operationeel segment: Corporate & Business Services); de Coleopterre-activa (€ 16 miljoen – Operationeel segment: Advanced Materials); het besluit om uit het Amerikaanse elektriciteitsopwekkingsproject op basis van getorreficeerde biomassa te stappen (€ 10 miljoen – Operationeel segment: Corporate & Business Services).
Vaste activa aangehouden voor verkoop
Er zijn geen bijzondere waardevermindering vastgesteld voor activiteiten die eind 2017 geclassificeerd werden als vaste activa aangehouden voor verkoop.
Op 2 mei 2016 ondertekende Solvay een overeenkomst met Unipar Carbocloro voor de verkoop van zijn aandelenbelang in Solvay Indupa. Tijdens het derde kwartaal van 2016 werd de reële waarde min verkoopkosten aangepast, teneinde de impact van de verslechterde bedrijfsomgeving op de transactie weer te geven. Een bijzonder waardeverminderingsverlies ten bedrage van € 63 miljoen werd opgenomen in 2016.