in € miljoen

 

Personeels-beloningen

 

Herstruc­turering

 

Leefmilieu

 

Geschillen

 

Andere

 

Totaal

Op 31 december 2016

 

3.118

 

99

 

737

 

167

 

148

 

4.269

Toevoegingen

 

91

 

61

 

78

 

28

 

117

 

375

Terugnames van niet gebruikte bedragen

 

–40

 

–33

 

–24

 

–39

 

–24

 

–159

Gebruik

 

–217

 

–55

 

–81

 

–25

 

–29

 

–408

Disconteringseffect

 

64

 

 

 

33

 

3

 

 

 

100

Herwaarderingen

 

–95

 

 

 

 

 

 

 

 

 

–95

Wisselkoersverschillen

 

–79

 

–3

 

–36

 

–9

 

–10

 

–137

Vervreemdingen

 

8

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7

Overboeking van/naar activa aangehouden voor verkoop

 

–70

 

–1

 

 

 

 

 

–3

 

–74

Andere

 

34

 

–5

 

–5

 

5

 

–20

 

9

Op 31 december 2017

 

2.816

 

62

 

702

 

129

 

180

 

3.890

Waarvan kortlopende voorzieningen

 

 

 

56

 

112

 

12

 

100

 

281

In het totaal daalden de voorzieningen met € 379 miljoen. 

De voornaamste gebeurtenissen van 2017 betreffen:

  • een nettodaling in de voorzieningen van € 192 miljoen voor toevoegingen, terugboekingen en gebruik; Het gebruik van € 408 miljoen (uitbetaling) had voor € 386 miljoen betrekking op voortgezette bedrijfsactiviteiten, waarvan € 208 miljoen voor personeelsbeloningen, € 55 miljoen voor reorganisatieplannen en € 81 miljoen voor milieuaspecten.
  • een stijging van € 100 miljoen als gevolg van verdiscontering;
  • herwaardering van de verplichtingen voor personeelsbeloningen van € -95 miljoen;
  • wisselkoersenverschillen van € -137 miljoen; en
  • de overboeking van € -74 miljoen aan passiva van voortgezette bedrijfsactiviteiten naar passiva verbonden aan activa aangehouden voor verkoop. Dit had voornamelijk betrekking op verplichtingen inzake personeelsbeloningen voor Polyamide.

Het management verwacht dat de voorzieningen (behalve de personeelsbeloningen) als volgt zullen worden gebruikt (uitstroom van geldmiddelen):

in € miljoen

 

Tot 5 jaar

 

Tussen 5 en 10 jaar

 

Na 10 jaar

 

Totaal

Totale voorzieningen voor leefmilieu

 

317

 

122

 

264

 

702

Totale voorzieningen voor geschillen

 

126

 

3

 

 

 

129

Totale voorzieningen voor herstructurering en overige voorzieningen

 

206

 

14

 

22

 

242

Op 31 december 2017

 

648

 

139

 

286

 

1.073

F31.A. Voorzieningen voor personeelsbeloningen

Grondslagen voor de financiële verslaggeving

Algemeen

Aan de werknemers van de Groep worden verschillende personeelsbeloningen na uitdiensttreding en andere beloningen op lange termijn aangeboden als gevolg van de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn in bepaalde landen en de contractuele akkoorden afgesloten tussen de Groep en haar werknemers of uit hoofde van feitelijke verplichtingen.

De beloningen na uitdiensttreding worden gerangschikt als toegezegde-bijdragenregelingen of toegezegd-pensioenregelingen.

Toegezegde-bijdragenregelingen

Toegezegde-bijdragenregelingen betreffen de betaling van vaste bijdragen aan een afzonderlijke entiteit, waardoor de werkgever vrijgesteld wordt van alle toekomstige verplichtingen, aangezien deze afzonderlijke entiteit als enige verantwoordelijk is voor de verschuldigde bedragen aan de werknemer. De kost wordt opgenomen wanneer een personeelslid tijdens de periode diensten heeft geleverd aan de Groep.

Toegezegd-pensioenregelingen

Toegezegd-pensioenregelingen zijn alle andere regelingen dan toegezegde-bijdragenregelingen, en bevatten onder meer:

  • personeelsbeloningen na uitdiensttreding: pensioenplannen, opzegvergoedingen, andere beloningen na uitdiensttreding en bijkomende beloningen;
  • andere personeelsbeloningen op lange termijn: beloningen voor lange diensttijd, toegekend aan werknemers op basis van hun anciënniteit in de Groep; en
  • andere beloningen na uitdiensttreding: ziekteverzekering.

Rekening houdend met de geprojecteerde eindsalarissen op individuele basis worden de personeelsbeloningen na uitdiensttreding gewaardeerd aan de hand van een methode ('projected unit credit'-methode) die uitgaat van veronderstellingen in verband met de disconteringsvoet, de levensverwachting, het personeelsverloop, salarissen, jaarlijkse herwaarderingen en de prijsstijging van medische kosten. De veronderstellingen die specifiek zijn voor elke regeling, houden rekening met de lokale economische en demografische situaties.

De disconteringsvoet is de rente op bedrijfsobligaties van hoge kwaliteit die luiden in de valuta waarin de beloningen zullen worden uitbetaald en die een looptijd hebben die de termijn van de pensioenverplichting in kwestie benadert.

Het opgenomen bedrag voor verplichtingen uit hoofde van beloningen na uitdiensttreding stemt overeen met het verschil tussen de contante waarde van de toekomstige verplichtingen en de reële waarde van de fondsbeleggingen die het plan moeten financieren. Als deze berekening een tekort oplevert, wordt er een verplichting opgenomen aan passiefzijde. Omgekeerd wordt er een nettoactief opgenomen, dat echter beperkt is tot de laagste waarde van het surplus van de toegezegd-pensioenregeling of de contante waarde van alle toekomstige terugbetalingen van het stelsel en alle verlagingen van toekomstige bijdragen.

De kosten uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen bestaan uit de pensioenkosten en de nettorente (op basis van de disconteringsvoet) op het netto-actief of -passief, die beide opgenomen worden in winst of verlies, en de herwaarderingen van dit nettoactief of -passief, die worden opgenomen in andere elementen van het totaalresultaat.

De pensioenkosten omvatten aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten, pensioenkosten van verstreken diensttijd die resulteren uit een wijziging of inperking van de regeling en de eventuele winst of verlies bij afwikkeling.

De interestkosten uit het verloop van de discontering van de pensioenbeloningen, de financiële inkomsten uit de fondsbeleggingen (bepaald door de reële waarde van de fondsbeleggingen te vermenigvuldigen met de disconteringsvoet) en de rente op de gevolgen van het activaplafond worden op nettobasis opgenomen in de nettofinancieringskosten.

Herwaarderingen van nettoactiva of -passiva omvatten:

  • actuariële winsten en verliezen op verplichtingen uit hoofde van pensioenverplichtingen als gevolg van ervaringsaanpassingen en wijzigingen in actuariële veronderstellingen (inclusief het effect van een wijziging van de disconteringsvoet); en
  • het rendement van de fondsbeleggingen (exclusief netto rentebedragen) en wijzigingen in de beperking van het opgenomen nettoactief.

Andere langetermijnpersoneelsbeloningen, zoals beloningen voor lange diensttijd, worden op dezelfde manier opgenomen als beloningen na uitdiensttreding, maar herwaarderingen worden integraal opgenomen in de nettofinancieringskosten in de periode waarin ze zich voordoen.

De actuariële berekeningen van deze verplichtingen worden door onafhankelijke actuarissen uitgevoerd.

Overzicht

in € miljoen

 

2017

 

2016

Personeelsbeloningen na uitdiensttreding

 

2.635

 

2.949

Andere langlopende personeelsbeloningen

 

132

 

120

Opzegvergoedingen

 

49

 

48

Totaal personeelsbeloningen

 

2.816

 

3.118

A. Toegezegde-bijdragenregelingen

Voor deze regelingen betaalt Solvay bijdragen aan publiek of privaat beheerde pensioenfondsen of verzekeringsmaatschappijen. Voor 2017 bedroegen de kosten € 55 miljoen vergeleken met € 56 miljoen in 2016.

B. Toegezegd-pensioenregelingen

Toegezegd-pensioenregelingen worden ofwel van buitenaf gefinancierd door pensioenfondsen of verzekeringsmaatschappijen ('gefinancierde regeling'), ofwel gefinancierd binnen de Groep ('niet-gefinancierde regeling').

Het nettopassief is het netto van de voorzieningen en de opgenomen fondsbeleggingen.

in € miljoen

 

2017

 

2016

Voorzieningen

 

2.635

 

2.949

Actief regeling overschot

 

–14

 

–13

Nettoverplichtingen

 

2.622

 

2.936

Operationele kosten

 

31

 

55

Financiële kosten

 

62

 

80

B.1. Risicobeheer

De laatste jaren heeft de Groep de risicoblootstelling van toegezegd-pensioenregelingen beperkt door de bestaande pensioenplannen om te zetten in pensioenplannen met een lager risicoprofiel (hybride plannen, plannen met cashsaldo, toegezegde-bijdragenregelingen) of door deze te sluiten voor nieuwe begunstigden.

Solvay volgt de risico’s voor de Groep permanent op, in het bijzonder voor de volgende risico’s:

Volatiliteit van activa

Eigen-vermogensinstrumenten brengen volatiliteit en risico’s op korte termijn met zich mee, hoewel ze op lange termijn doorgaans wel een hoger rendement opleveren dan bedrijfsobligaties. Om dit risico te beperken, wordt het aandelensegment nauwlettend opgevolgd met ALM-technieken om ervoor te zorgen dat het blijft overeenstemmen met de betreffende regelingen en met de langetermijndoelstellingen van de Groep.

Wijzigingen in obligatierendementen

Een verlaging van de rente op bedrijfsobligaties zal de boekwaarde van de verplichtingen van het plan verhogen. Bij gefinancierde regelingen wordt dit deels gecompenseerd door een verhoging van de waarde van de obligaties in de portefeuille.

Inflatierisico

De verplichtingen voor toegezegd-pensioenregelingen hangen af van de inflatie en een hogere inflatie leidt tot hogere verplichtingen (hoewel er in de meeste gevallen bovengrenzen zijn aan de inflatiestijgingen om de regeling te beschermen tegen extreme inflatie). Slechts een beperkt deel van de activa wordt niet getroffen door inflatie of is er nauwelijks mee gecorreleerd, wat betekent dat een stijging van de inflatie ook leidt tot een groter tekort.

Levensverwachting

De meeste verplichtingen van de beloningsregelingen zijn bedoeld om de deelnemer voor de rest van zijn leven een vergoeding te verschaffen. Een stijgende levensverwachting leidt op die manier tot een toename van de verplichtingen.

Valutarisico

Dit risico is beperkt, vermits grote pensioenregelingen in vreemde valuta’s gefinancierd zijn en de meeste activa uitgedrukt zijn in de valuta waarin de uitbetaling van de vergoedingen zal gebeuren.

Risico in verband met regelgeving

Bij gedeeltelijk of volledig ongefinancierde regelingen staat de Groep bloot aan het risico van externe financiering als gevolg van door toezichthouders opgelegde beperkingen. Dit zou geen impact mogen hebben op de verplichtingen in toegezegd-pensioenregelingen maar kan de Groep mogelijk blootstellen aan een aanzienlijke uitstroom van kasmiddelen.

Voor meer informatie over het risicobeheer van de Solvay-groep kunt u het gedeelte 'Risicobeheer' van dit verslag nalezen.

B.2. Beschrijving van de verplichtingen

Deze voorzieningen zijn vooral bedoeld voor de beloningen na uitdiensttreding. Dit gebeurt in het merendeel van de bedrijven van de Groep, ofwel in de geest van de plaatselijke regelgeving en praktijk, ofwel op basis van gevestigde gewoonten die feitelijke verplichtingen meebrengen.

De belangrijkste pensioenplannen in 2017 zijn gesitueerd in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, de Verenigde Staten, Duitsland en België. Deze vijf landen vertegenwoordigen 94% van de totale verplichtingen voor toegezegd-pensioenregelingen.

 

 

2017

 

2016

Verenigd Koninkrijk

 

31%

 

30%

Frankrijk

 

20%

 

20%

Verenigde Staten

 

26%

 

27%

Duitsland

 

10%

 

10%

België

 

7%

 

7%

Andere landen

 

6%

 

6%

Verenigd Koninkrijk

Solvay financiert enkele toegezegd-pensioenregelingen in het Verenigd Koninkrijk, waarvan de belangrijkste het Rhodia-pensioenfonds is. Dit is een gefinancierde pensioenregeling die gebaseerd is op het eindsalaris en die recht geeft op een percentage van het salaris per dienstjaar. Het werd afgesloten voor nieuwe deelnemers in 2003 en vervangen door een toegezegde-bijdrageregeling.

Algemeen genomen zijn ongeveer 8% van de verplichtingen toerekenbaar aan de huidige werknemers, 28% aan ex-medewerkers en 64% aan huidige gepensioneerden.

Het fonds werkt in overeenstemming met de Britse wetgeving, en valt onder een uitgebreid regelgevend kader. De Pensions Regulator (bevoegde autoriteit voor pensioenen) hanteert een risicogebaseerde benadering tot regelgeving en een werkwijze die praktische begeleiding verstrekt voor beheerders van en werkgevers met toegezegd-pensioenregelingen over de manier waarop aan de financieringsvereisten van de regeling voldaan moet worden. Volgens de Britse wetgeving is het fonds onderworpen aan regelingspecifieke financiering die vereist dat pensioenregelingen conservatief gefinancierd worden.

Het Britse Rhodia-pensioenfonds wordt bestuurd door een beheerraad. De beheerraad beheert het fonds met voorzichtigheid en billijkheid. De beheerders bepalen welke financiële verplichtingen er gelden voor de statutaire financieringsdoelstellingen op basis van voorzichtige actuariële en economische veronderstellingen. Elk tekort moet met bijkomende bijdragen worden verminderd als deze passiva in mindering zijn gebracht op het fondsvermogen en binnen een termijn die aansluit bij het betalingsvermogen van de werkgever en de garanties uit hoofde van de overeenkomst of de voorwaardelijke zekerheden die worden geboden.

Het Rhodia-pensioenfonds wordt driejaarlijks gewaardeerd op het vlak van financiering. Deze waardering wordt uitgevoerd door de actuaris van de regeling overeenkomstig de Britse regelgeving, en ze wordt besproken met de beheerders en betalende werkgever om tot waarderingsveronderstellingen en een financieringsplan te komen. De laatste waardering gebeurde op 1 januari 2015 en leidde tot het vastleggen van een vaste pensioensbijdrage voor actieve leden plus een herstelplan voor tekorten om de regeling te voorzien van financiering overeenkomstig de technische bepalingen voor een bepaalde termijn. Toekomstige bijdragen werden op hetzelfde niveau gehouden als bij de vorige waardering. Als gevolg daarvan moet het herstelplan met nog een jaar worden verlengd.

Frankrijk

Solvay financiert verschillende toegezegd-pensioenregelingen in Frankrijk. De belangrijkste plannen zijn de Franse verplichte pensioenregeling alsmede twee gesloten plannen en één open pensioenplan voor hoge inkomens.

Het belangrijkste pensioenplan is voor alle huidige en gepensioneerde werknemers van het vroegere Rhodia die bijdroegen tot het plan tot aan de sluiting ervan in de jaren ‘70. Het biedt een garantie op een volledige vergoeding op basis van het salaris op het einde van de loopbaan. Dit plan is niet gefinancierd en ongeveer 96% van de verplichtingen zijn toewijsbaar aan huidige gepensioneerden.

In overeenstemming met de Franse wetgeving, werden adequate garanties verleend.

Verenigde Staten

Vanaf eind 2017 financiert Solvay zes verschillende toegezegd-pensioenregelingen in de Verenigde Staten (drie gekwalificeerde plannen en drie niet-gekwalificeerde plannen).  Een gekwalificeerd plan is een door de werkgever betaald pensioenplan dat conform sectie 401(a) van de Amerikaanse Internal Revenue Code in aanmerking komt voor een bijzondere fiscale behandeling. Op dit moment zijn alle toegezegd-pensioenregelingen gesloten voor nieuwe deelnemers; nieuwe medewerkers komen in aanmerking voor deelname aan een toegezegde-bijdragenregeling.  Opgemerkt moet worden dat de drie gekwalificeerde toegezegd-pensioenregelingen gefinancierd zijn terwijl de drie niet-gekwalificeerde toegezegd-pensioenregelingen niet-gefinancierd zijn.  De gekwalificeerde plannen maken het grootste deel uit van de pensioenverplichtingen per 31 december 2017.

De regelingen van Solvay voldoen aan de lokale wetgeving inzake gecontroleerde jaarrekeningen, neerlegging bij de overheid en Pension Benefit Guaranty Corporation-verzekeringspremies indien van toepassing.  De regelingen worden lokaal nagekeken en opgevolgd door fiduciaire comités met het oog op investeringen met betrekking tot de regeling en administratieve zaken.

Voor deze Amerikaanse gekwalificeerde regelingen houden de bijdragen van Solvay rekening met de minimale (fiscaal aftrekbare) financieringsvereisten en de maximale fiscaal aftrekbare bijdragen, die beide geregeld worden door de fiscus.

Bepaalde deelnemers kunnen er ook voor kiezen om hun pensioen in één enkel bedrag uitgekeerd te krijgen in plaats van maandelijks.

Algemeen genomen zijn ongeveer 27% van de verplichtingen toerekenbaar aan de huidige werknemers, 9% aan ex-medewerkers waarvoor de uitbetaling van de vergoedingen nog niet begonnen is, en 64% aan huidige gepensioneerden.

In 2017 heeft Solvay in de Verenigde Staten bijgedragen aan twee collectieve pensioenregelingen van meerdere werkgevers in het kader van collectieve arbeidsovereenkomsten waar sommige, door de vakbond vertegenwoordigde personeelsleden onder vallen. Elke collectieve pensioenregeling van meerdere werkgevers is een toegezegd-pensioenregeling. In geen enkele van de collectieve pensioenregelingen van meerdere werkgevers worden activa, verplichtingen of kosten toegewezen aan werkgevers die bijdragen. Voor geen enkele collectieve pensioenregeling van meerdere werkgevers is er voldoende informatie beschikbaar om Solvay, of andere werkgevers die bijdragen, toe te laten om de regeling administratief te verwerken als een toegezegd- pensioenregeling. Bijgevolg wordt het belang in elk van de collectieve pensioenregelingen van meerdere werkgevers administratief verwerkt alsof het een toegezegde-bijdragenregeling betreft. In 2017 en 2016 betaalde Solvay minder dan € 1 miljoen als jaarlijkse bijdrage aan collectieve pensioenregelingen van meerdere werkgevers.

Duitsland

Solvay financiert verschillende toegezegd-pensioenregelingen in Duitsland De belangrijkste regelingen zijn een gesloten eindloonregeling en een open kassaldoregeling. Zoals gewoonlijk in Duitsland zijn al deze regelingen niet-gefinancierd. Ongeveer 61% van de verplichtingen is toerekenbaar aan huidige gepensioneerden.

België

Solvay financiert twee toegezegd-pensioenregelingen in België. Het betreft gefinancierde pensioenregelingen. De regeling voor het management is sinds eind 2006 gesloten en de regeling voor arbeiders en bedienden sinds 2004. De vergoedingen voor verstreken diensttijd die uitbetaald worden onder deze regelingen worden elk jaar aangepast aan de jaarlijkse loonstijgingen en de inflatie ('Dynamisch beheer'). Conform de marktpraktijk in België worden de meeste vergoedingen vanwege de gunstige fiscaliteit voor vaste pensioenuitkeringen uitbetaald in de vorm van een eenmalige uitkering.

Daarnaast sponsort Solvay twee open toegezegde-bijdrageregelingen, om boekhoudkundige redenen verwerkt als toegezegd-pensioenregelingen vanwege de minimum garanties zoals hieronder toegelicht. Dit zijn gefinancierde pensioenregelingen die geopend zijn sinds begin 2007 voor het management en sinds begin 2005 voor arbeiders en bedienden. Deelnemers kunnen ervoor kiezen om hun bijdragen te investeren in vier verschillende beleggingsfondsen (van 'Conservatief' tot 'Dynamisch'). Maar, wat ze ook kiezen, de Belgische wet bepaalt momenteel dat de werkgever een rendement op de werkgeversbijdrage en op de persoonlijke bijdrage moet garanderen, wat op die manier een potentiële verplichting voor de onderneming doet ontstaan. Vanaf 1 januari 2016 worden deze rendementen op jaarbasis vastgesteld met een minimum van 1,75% en een maximum van 3,75%. Sinds 2016 is het rendement voor beide types bijdrage vastgelegd op 1,75%. Voor deze regelingen had Solvay voor € 123 miljoen fondsbeleggingen per 31 december 2017, en werd er € 9 miljoen aan bijdragen betaald in 2017. Op het einde van 2017 waren de netto-verplichtingen ten aanzien van deze plannen zoals opgenomen in het geconsolideerde overzicht van de financiële positie niet van materieel belang.

De regelingen van Solvay worden beheerd door twee Solvay- pensioenfondsen die werken volgens de lokale wetgeving voor wat betreft de minimale financiering, de investeringsprincipes, gecontroleerde jaarrekeningen, neerlegging bij de overheid en bestuursprincipes. Pensioenfondsen worden beheerd door een algemene vergadering en een raad van bestuur die de dagelijkse activiteiten delegeert aan een operationeel comité.

Solvay sponsort nog een aantal kleinere pensioenplannen. Al deze plannen zijn verzekerd.

Overige regelingen

De meeste van deze verplichtingen hebben betrekking op pensioenregelingen. In sommige landen (met name de Verenigde Staten) zijn er ook medische zorgverzekeringen voorzien voor na de uitdiensttreding, die 5% van de totale verplichtingen in toegezegd-pensioenregelingen uitmaken.

B.3. Financiële gevolgen

Wijzigingen in nettoverplichting

in € miljoen

 

2017

 

2016

Opgenomen nettobedrag bij aanvang periode

 

2.936

 

2.955

Nettokost in resultaat opgenomen – Toegezegd-pensioenregelingen

 

93

 

135

Reële bijdrage van de werkgever/directe betaalde voordelen

 

–203

 

–181

Verwervingen/vervreemdingen

 

7

 

 

Herwaarderingen voor de impact van het actiefplafond

 

–93

 

290

Wijzigingen van de impact van het actiefplafond op herwaarderingen

 

–2

 

–16

Overboekingen

 

–2

 

1

Wisselkoersverschillen

 

–72

 

–54

Overboeking van/naar (passiva in verband met) activa aangehouden voor verkoop

 

–43

 

–195

Opgenomen nettobedrag op einde periode

 

2.622

 

2.936

De daling van de nettoverplichting met € 314 miljoen tussen 2016 en 2017 valt voornamelijk te verklaren door:

  • een uitbetaling van € -203 miljoen;
  • een nettokost in de winst- en verliesrekening voor € 93 miljoen;
  • Herwaarderingen van € -93 miljoen vanwege:
    • het rendement van fondsbeleggingen (exclusief interesten opgenomen in de winst- en verliesrekening) voor € -206 miljoen;
    • afname van de rentevoet (€ 169 miljoen) in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Brazilië;
    • lagere inflatie (€ -51 miljoen) in het Verenigd Koninkrijk;
  • de overboeking van Polyamides naar activa aangehouden voor verkoop: € -43 miljoen; en
  • wisselkoersverschillen van € -72 miljoen;
Nettokosten

in € miljoen

 

2017

 

2016

Toegerekende pensioenkosten

 

20

 

39

Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten

 

51

 

49

Pensioenkosten van verstreken diensttijd (waaronder inperkingen)

 

–31

 

–10

Netto rentekosten

 

62

 

80

Rentekosten

 

154

 

194

Rente opbrengsten

 

–93

 

–114

Administratieve kosten betaald

 

12

 

16

Netto kost opgenomen in de winst- en verliesrekening – Toegezegd pensioenregeling

 

93

 

135

Herwaarderingen opgenomen in andere elementen van het totaalresultaat

 

–95

 

275

De toegerekende pensioenkosten en de administratieve kosten van deze pensioenregelingen worden in de winst-en verliesrekening opgenomen als kostprijs van de omzet, als commerciële en administratieve kosten, als kosten voor onderzoek & ontwikkeling, als operationele winsten en verliezen of als resultaten van historische sanering. De netto-interesten worden geboekt als financiële kosten.

In 2017 bedroegen de aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten van de Groep € 51 miljoen, waarvan € 34 miljoen voor gefinancierde regelingen en € 17 miljoen voor niet-gefinancierde regelingen. In de pensioenkosten van verstreken diensttijd is de gunstige invloed meegenomen van een aantal wijzigingen in de zorg- en overlijdensrisicoverzekeringen na de uitdiensttreding in de Verenigde Staten (€ 37 miljoen).

In 2016 bedroegen de aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten van de Groep € 49 miljoen, waarvan € 32 miljoen voor gefinancierde regelingen en € 17 miljoen voor niet-gefinancierde regelingen. In de pensioenkosten van verstreken diensttijd is de gunstige invloed meegenomen van de wijziging in de zorgverzekering in Brazilië (€ 9 miljoen).

Nettoverplichting

in € miljoen

 

2017

 

2016

Verplichtingen voor toegezegd-pensioenregelingen – Gefinancierde regelingen

 

3.402

 

3.650

Reële waarde van fondsbeleggingen op het einde van de periode

 

–2.733

 

–2.811

Financieringstekort voor gefinancierde regelingen

 

669

 

839

Verplichtingen voor toegezegd-pensioenregelingen – Niet gefinancierde regelingen

 

1.947

 

2.089

Tekort/Overschot (-)

 

2.616

 

2.928

Niet als activa opgenomen, tengevolge van het vastleggen van een maximumbedrag voor de activa (opgenomen in andere elementen van het totaalresulttat)

 

6

 

8

Nettoverplichting (nettoactief)

 

2.622

 

2.936

Verplichting opgenomen

 

2.635

 

2.949

Actief opgenomen

 

–14

 

–13

Wijzigingen in verplichtingen voor toegezegd-pensioenregelingen

in € miljoen

 

2017

 

2016

Verplichtingen voor toegezegd-pensioenregelingen bij aanvang periode

 

5.739

 

5.871

Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten

 

51

 

49

Rentekosten

 

154

 

194

Reële bijdrage van de werknemer

 

4

 

4

Pensioenkosten van verstreken diensttijd (waaronder inperkingen)

 

–31

 

–9

Afwikkeling van regelingen

 

–14

 

–139

Verwervingen/vervreemdingen (-)

 

7

 

 

Herwaarderingen in andere elementen van het totaalresultaat

 

113

 

456

Winsten en verliezen met betrekking tot veranderingen in de demografische veronderstellingen

 

–23

 

–22

Winsten en verliezen met betrekking tot veranderingen in de financiële veronderstellingen

 

106

 

460

Winsten en verliezen met betrekking tot ervaring

 

30

 

18

Betaalde voordelen

 

–300

 

–318

Wisselkoersverschillen

 

–310

 

–175

Overboeking van/naar (passiva in verband met) activa aangehouden voor verkoop

 

–64

 

–195

Verplichtingen voor toegezegd-pensioenregelingen bij einde periode

 

5.349

 

5.739

Verplichtingen toegezegd-pensioenregelingen – Gefinancierde regelingen

 

3.402

 

3.650

Verplichtingen toegezegd-pensioenregelingen – Niet-gefinancierde regelingen

 

1.947

 

2.089

In 2017 resulteerde de classificatie van Polyamides als aangehouden voor verkoop in een daling van de verplichtingen voor toegezegd-pensioenregelingen met € 64 miljoen. 

In 2016 leidde de classificatie als “Aangehouden voor verkoop” van de activiteiten van Acetow tot een daling van de verplichtingen voor toegezegd-pensioenregelingen van € 190 miljoen.

Wijzigingen in reële waarde van de fondsbeleggingen

in € miljoen

 

2017

 

2016

Reële waarde van fondsbeleggingen bij aanvang periode

 

2.811

 

2.940

Rente opbrengsten

 

93

 

114

Herwaarderingen in andere elementen van het totaalresultaat

 

206

 

166

Rendement van fondsbeleggingen (exclusief bedragen inbegrepen in financiële opbrengsten)

 

206

 

166

Bijdragen van de werkgever

 

203

 

181

Bijdragen van de werknemer

 

4

 

4

Administratieve kosten betaald

 

–12

 

–16

Afwikkeling van regelingen

 

–14

 

–138

Betaalde voordelen

 

–300

 

–318

Wisselkoersverschillen

 

–238

 

–121

Overboekingen en andere bewegingen

 

2

 

–1

Overboeking van/naar (passiva in verband met) activa aangehouden voor verkoop

 

–21

 

 

Reële waarde van de fondsbeleggingen bij einde periode

 

2.733

 

2.811

Reëel rendement van de fondsbeleggingen

 

299

 

280

Het totale rendement van de fondsbeleggingen bedroeg in 2017 € 299 miljoen, tegen € 280 miljoen in 2016.

In 2017 waren de bijdragen in geldmiddelen van de Groep (met inbegrip van rechtstreeks uitgekeerde beloningen) € 203 miljoen, waarvan € 108 miljoen betrekking had op bijdragen aan fondsen en € 95 miljoen op rechtstreeks uitgekeerde beloningen.

De bijdragen in geldmiddelen van de Groep (met inbegrip van rechtstreeks uitgekeerde beloningen) in 2016 bedroegen € 181 miljoen, waarvan € 79 miljoen betrekking had op bijdragen aan fondsen en € 102 miljoen op rechtstreeks uitgekeerde beloningen.

Behoudens ingrijpende wijzigingen in het regelgevend kader (zie 'Risico in verband met de regelgeving' hierboven), zullen de bijdragen in contanten van de Groep in 2018 ongeveer € 214 miljoen bedragen. Deze stijging is toe te schrijven aan de extra bijdragen in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk.

Categorieën fondsbeleggingen

 

 

2017

 

2016

 

Beursgenoteerd

 

Niets-beursgenoteerd

 

Beursgenoteerd

 

Niets-beursgenoteerd

Aandelen

 

40%

 

0%

 

38%

 

0%

Obligaties

 

 

 

 

 

 

 

 

Met hoge kredietwaardigheid (Investment Grade)

 

50%

 

0%

 

57%

 

0%

Met lage kredietwaardigheid (Non Investment Grade)

 

6%

 

0%

 

1%

 

0%

Vastgoed

 

1%

 

0%

 

1%

 

0%

Geldmiddelen en kasequivalenten

 

2%

 

0%

 

3%

 

0%

Afgeleide financiële instrumenten

 

 

 

 

 

 

 

 

Gestructureerde schulden (LDI)

 

1%

 

0%

 

0%

 

0%

Andere afgeleide financiële instrumenten

 

1%

 

0%

 

0%

 

0%

Totaal

 

100%

 

0%

 

100%

 

0%

Wat de geïnvesteerde activa betreft, dient opgemerkt te worden dat deze activa geen directe beleggingen bevatten in aandelen van de Solvay-groep of in andere activa die in het bezit zijn van of gebruikt worden door Solvay. Dit wil niet zeggen dat er geen Solvay-aandelen kunnen opgenomen zijn in beleggingsfondsen en dergelijke.

Wijzigingen in actiefplafond

in € miljoen

 

2017

 

2016

Impact van het actiefplafond aan het begin van het jaar

 

8

 

24

Wijzigingen van de impact van het actiefplafond

 

–2

 

–16

Impact van het actiefplafond aan het einde van het jaar

 

6

 

8

De wijzigingen in het actiefplafond opgenomen via de andere elementen van het totaalresultaat bedroegen € -2 miljoen, in vergelijking met € -16 miljoen in 2016. Deze impact heeft betrekking op de regelingen in Brazilië.

Actuariële veronderstellingen gebruikt voor de betaling van de verplichtingen

Deze veronderstellingen zijn niet segmentspecifiek.

In %

 

Eurozone

 

Verenigd Koninkrijk

 

Verenigde Staten

 

2017

 

2016

 

2017

 

2016

 

2017

 

2016

Disconteringsvoet

 

1,50

 

1,50

 

2,50

 

2,75

 

3,50

 

4,00

Verwachte toekomstige loonsverhogingen

 

1,75 – 4,00

 

1,75 – 4,00

 

2,15 – 3,25

 

2,40 – 3,50

 

3,00 – 3,75

 

3,00 – 3,75

Inflatie

 

1,50 – 1,75

 

1,50 – 2,00

 

3,25

 

3,50

 

2,25

 

2,25

Verwachte toekomstige pensioenverhogingen

 

0,00 – 1,75

 

0,00 – 1,75

 

3,05

 

3,50

 

N/A

 

N/A

Verwachte aangroei medische uitgaven

 

1,75

 

1,75

 

5,40

 

5,40

 

4,50 – 7,00

 

4,50 – 7,00

Actuariële veronderstellingen gebruikt voor de bepaling van de jaarlijkse kosten

Deze veronderstellingen zijn niet segmentspecifiek.

In %

 

Eurozone

 

Verenigd Koninkrijk

 

Verenigde Staten

 

2017

 

2016

 

2017

 

2016

 

2017

 

2016

Disconteringsvoet

 

1,50

 

2,25

 

2,75

 

3,75

 

4,00

 

4,25

Verwachte toekomstige loonsverhogingen

 

1,75 – 4,00

 

1,75 – 4,00

 

2,40 – 3,50

 

2,15 – 3,25

 

3,00 – 3,75

 

3,00 – 3,75

Inflatie

 

1,50 – 2,00

 

1,75

 

3,50

 

3,25

 

2,25

 

2,25

Verwachte toekomstige pensioenverhogingen

 

0,00 – 1,75

 

0,00 – 1,75

 

3,30

 

3,25

 

N/A

 

N/A

Verwachte aangroei medische uitgaven

 

1,75

 

1,75

 

5,40

 

5,40

 

4,50 – 7,00

 

4,50 – 7,00

Actuariële veronderstellingen met betrekking tot de toekomstige levensverwachting zijn gebaseerd op landspecifieke sterftetabellen. Deze veronderstellingen komen per 31 december 2017 bij pensionering aan 65 jaar neer op een gemiddelde levensverwachting in jaren van:

In jaar

 

Verenigd Koninkrijk

 

Verenigde Staten

 

België

 

Frankrijk

 

Duitsland

Pensioen aan het einde van het periode

Mannelijk

 

21

 

20

 

18

 

24

 

20

Vrouwelijk

 

23

 

22

 

21

 

28

 

24

Pensioen na 20 jaren na het einde van het periode

Mannelijk

 

22

 

21

 

18

 

27

 

22

Vrouwelijk

 

25

 

23

 

21

 

31

 

26

In sommige landen zoals het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, geven de veronderstellingen met betrekking tot mortaliteit de ervaring van het plan en/of Solvays verwachtingen in termen van toekomstige verbetering van de mortaliteit weer.

De actuariële veronderstellingen bij het bepalen van de pensioenverplichting per 31 december zijn gebaseerd op de volgende looptijden van de verplichtingen uit hoofde van personeelsbeloningen:

 

 

Eurozone

 

Verenigd Koninkrijk

 

Verenigde Staten

Looptijd in jaren

 

12,4

 

16,9

 

10,5

Gevoeligheidsanalyse

De gevoeligheid voor een wijziging van het percentage van de disconteringsvoeten op de verplichting voor toegezegd-pensioenregelingen is als volgt:

in € miljoen

 

0,25% toename

 

0,25% afname

Eurozone

 

–63

 

66

Verenigd Koninkrijk

 

–65

 

68

Verenigde Staten

 

–34

 

35

Andere landen

 

–6

 

6

Totaal

 

–168

 

175

De gevoeligheid voor een wijziging van het inflatiecijfer op de verplichting voor toegezegd-pensioenregelingen is als volgt:

in € miljoen

 

0,25% toename

 

0,25% afname

Eurozone

 

60

 

–58

Verenigd Koninkrijk

 

45

 

–44

Verenigde Staten

 

 

 

 

Andere landen

 

5

 

–5

Totaal

 

110

 

–107

De gevoeligheid voor een wijziging in het stijgingspercentage van de lonen op de verplichting voor toegezegd-pensioenregelingen is als volgt:

in € miljoen

 

0,25% toename

 

0,25% afname

Eurozone

 

19

 

–18

Verenigd Koninkrijk

 

3

 

–3

Verenigde Staten

 

1

 

–1

Andere landen

 

1

 

–1

Totaal

 

24

 

–23

De gevoeligheid voor een wijziging van 1 jaar in de sterftetabellen op de verplichting voor toegezegd-pensioenregelingen is als volgt:

in € miljoen

 

+1 jaar toename

 

-1 jaar afname

Eurozone

 

–84

 

86

Verenigd Koninkrijk

 

–62

 

62

Verenigde Staten

 

–29

 

30

Andere landen

 

–7

 

7

Totaal

 

–182

 

185

F31.B. Voorzieningen andere dan voor de personeelsbeloningen

Grondslagen voor de financiële verslaggeving

Algemeen

Voorzieningen worden opgenomen (a) indien de Groep op balansdatum een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting heeft als gevolg van een gebeurtenis in het verleden, (b) het waarschijnlijk is dat de Groep deze verplichting zal moeten vereffenen, en (c) indien het bedrag van de verplichting op een betrouwbare manier kan geschat worden.

Het bedrag opgenomen als een voorziening is de beste schatting van de uitgave nodig om aan de bestaande verplichting te voldoen op het einde van de verslagperiode, rekening houdend met de risico’s en onzekerheden verbonden aan de verplichting. Als het effect van de tijdswaarde van geld aanzienlijk is, is dit bedrag de contante waarde van de nodige kasstromen om deze verplichting af te wikkelen. Het effect van wijzigingen in de disconteringsvoet wordt doorgaans opgenomen in het financieel resultaat.

Indien sommige of alle economische voordelen die vereist zijn om een voorziening af te wikkelen naar verwachting op een derde partij zullen worden verhaald, dient een vordering te worden opgenomen als actief indien het vrijwel zeker is dat dit bedrag zal worden terugbetaald indien de Groep haar verplichting afwikkelt.

Verlieslatende contracten

Een verlieslatend contract is een contract waarbij de onvermijdelijke kosten die nodig zijn om de verplichtingen uit hoofde van het contract na te komen, hoger liggen dan de economische voordelen die naar verwachting uit het contract worden ontvangen. Huidige verplichtingen voortvloeiend uit verlieslatende contracten worden opgenomen en gewaardeerd als voorzieningen.

Herstructurering

Een voorziening voor reorganisatie wordt enkel opgenomen wanneer de Groep een gedetailleerd en formeel plan voor de reorganisatie heeft ontwikkeld en bij de betrokkenen een geldige verwachting heeft gewekt dat zij de reorganisatie zal doorvoeren door het plan te beginnen uitvoeren of door de belangrijke kenmerken ervan mee te delen aan de betrokkenen. Een voorziening voor herstructurering omvat enkel uitgaven die noodzakelijk zijn voor de herstructurering en geen verband houden met de lopende activiteiten van de entiteit.

Leefmilieuverplichtingen

Solvay analyseert tweemaal per jaar al zijn leefmilieurisico’s en de daarmee verband houdende voorzieningen. Solvay waardeert deze voorzieningen op basis van haar kennis van de toepasbare reglementeringen, de aard en de omvang van de vervuiling, de saneringstechnieken en andere beschikbare informatie.

Voorzieningen voor herstructurering

Deze voorzieningen bedragen € 62 miljoen, tegen € 99 miljoen eind 2016.

De voornaamste voorzieningen op het einde van 2017 hebben betrekking op:

  • De stopzetting van bedrijfsactiviteiten (€ 28 miljoen) en de reorganisatie van Corporate Functions (€ 26 miljoen), beide na herziening van de portefeuille; en
  • Cytec-integratie (€ 8 miljoen).

Milieuvoorzieningen

Deze voorzieningen bedroegen € 702 miljoen eind 2017, tegen € 737 miljoen eind 2016, en hebben betrekking op:

  • mijnen en booroperaties, voor zover de wetgeving en/of exploitatievergunningen in verband met mijnen en booroperaties in een verplichting tot schadevergoeding aan derden voorzien. Het merendeel van deze voorzieningen, die aangelegd worden op basis van lokale expertise, zullen naar verwachting binnen een periode van 1 tot 20 jaar aangewend worden en bedragen € 139 miljoen;
  • de ontmanteling van de laatste elektrolyse-activiteiten, die eind 2019 moet zijn afgerond. De resterende voorzieningen die betrekking hadden op deze activiteiten zullen gebruikt worden voor de aanpak van (bodem-)verontreiniging, merendeels gedurende de komende 20 jaar.
  • kalkputten (bezinkingsvijvers die vooral verband houden met een natriumcarbonaatfabriek), stortplaatsen (eigen en van derden), verbonden aan verschillende industriële activiteiten. Deze voorzieningen hebben een tijdshorizon van 1 tot 20 jaar; en
  • verschillende soorten vervuiling (organisch en niet-organisch) als gevolg van diverse chemische producties: deze voorzieningen dekken voornamelijk stopgezette activiteiten of gesloten fabrieken. De meeste van deze voorzieningen hebben een tijdshorizon van 1 tot 20 jaar.

De geschatte bedragen worden verdisconteerd op basis van de waarschijnlijke afrekeningsdatum, en worden regelmatig aangepast naargelang de tijd verstrijkt.

Voorzieningen voor geschillen

Deze voorzieningen hebben betrekking op zowel belastings- als juridische geschillen. Deze bedragen € 129 miljoen eind 2017, tegen € 167 miljoen eind 2016. Het saldo op het einde van 2017 heeft betrekking op: belastingrisico’s (€ 58 miljoen); en juridische claims (€ 72 miljoen).

Overige voorzieningen

Deze voorzieningen hebben betrekking op de stopzetting of verkoop van activiteiten en bedragen € 180 miljoen, tegen € 148 miljoen op het einde van 2016. Deze stijging heeft vooral betrekking op voorzieningen voor garanties na verkoop in verband met het afstoten van de Pharma-activiteiten. Overige wijzigingen (€ -20 miljoen) hebben betrekking op aanpassingen na afsluiting van een fusie of overname.